★★★☆☆ Volkskrant
Deze week worden er 50 voorstellingen gespeeld op 26 locaties in de stad, van de hortus botanicus tot een woonboot en de Raadzaal in het oude gemeentehuis op de Markt.
Op de Markt in Delft staat sinds dit Pinksterweekend een groot, roze konijn. Het is de mascotte van het Delft Fringe Festival. Net als Amsterdam heeft Delft, sinds 2011, een eigen Fringe Festival, waarop ongepolijst theatertalent te zien is. In Amsterdam is het inmiddels uitgegroeid tot een internationaal festival, met soms de meest bizarre performancekunst. De Delftse tak mag er ook wezen. Deze week worden er 50 voorstellingen gespeeld op 26 locaties in de stad, van de hortus botanicus tot een woonboot en de Raadzaal in het oude gemeentehuis op de Markt.
Op die laatste plek speelt Daniil Aleksin zijn solo Ingeburgerd. Hij staat in de open ruimte in het midden van de vergadertafel van de gemeenteraad, waaraan nu alle toeschouwers zitten, en vertelt over zijn Belarussische achtergrond, hoe hij als kind naar Nederland kwam en zich verwonderde over de Nederlandse volksaard. Zijn solo neigt naar kleinkunst. Hij speelt een Belarus op een fiets, verwondert zich over washandjes en voert enkele expressieve dansnummers uit. Ingeburgerd is te abstract en schetsmatig om meeslepend te zijn, maar Aleksin is een onbevreesd performer.
In de goed verborgen Génestetkerk aan de Oude Delft in de binnenstad speelt een uur later TG Dystopia de voorstelling Ruisbuis. Twee jong overleden mensen (Fleur Mennega en Mathijs Demper) arriveren hier in een soort vagevuur. Of is het de hel? Om onduidelijke redenen moeten ze in het reine zien te komen met alles waarvan ze spijt hebben: dubieuze Tinderdates, comazuipavonden, een nooit geschreven boek, een nooit geconsumeerde relatie. Lekker schaamteloos keren ze zichzelf binnenstebuiten. De premisse van Ruisbuis blijft onhelder, maar grappig is het wel.